Papegaaiengedrag
Net zoals een papegaai moeten de leerlingen handelingen nabootsen.
Wanneer ze dit goed onder de knie hebben, worden de handelingen aangepast. Zo zal het gedrag dat volgt op de voorbeeldhandeling, veranderen in een andere handeling. Wanneer de voorbeeldhandeling bijvoorbeeld aan de kin krabben is, moeten de leerlingen met hun voeten stampen.
Net zoals een papegaai moeten de leerlingen handelingen nabootsen.
Wanneer ze dit goed onder de knie hebben, worden de handelingen aangepast. Zo zal het gedrag dat volgt op de voorbeeldhandeling, veranderen in een andere handeling. Wanneer de voorbeeldhandeling bijvoorbeeld aan de kin krabben is, moeten de leerlingen met hun voeten stampen.
Katholiek onderwijs
- MZlb7: Bewegingen gelijktijdig, opeenvolgend en afwisselend uitvoeren (ervaren en nabootsen van diverse bewegingen).
- MZzo2: Adequaat reageren op zintuiglijke impulsen.
OVSG
- OD LO 1.6: Kunnen met een eenvoudig bewegingsantwoord snel reageren op auditieve, visuele en tactiele signalen.
De leider voert de acties uit en de volger kopieert wat de leider uitvoert. Wanneer de kleuters deze basis onder de knie hebben, kan je een stapje verder gaan. Zo laat je de leider een actie uitvoeren, waarna de volger een aangepaste actie moet uitvoeren.
Bijvoorbeeld: wanneer de leider aan zijn neus krabt, moet de volger springen.
Begin met 3 of 4 ‘moeilijkere instructies’, naargelang de mogelijkheden van de kleuters.
Naast handelingen kan je de leerlingen ook motiveren om geluiden te gebruiken in plaats van handelingen.
Voor deze activiteit heb je geen materiaal nodig.
