Robbie gaat naar...
Robbie de robot wil naar een bepaalde locatie gaan (de bakker, de beenhouwer, de school...).
Eén kleuter verandert in een robot en de andere mag deze robot programmeren. Komt Robbie de robot op de juiste locatie terecht?
Aan de hand van deze activiteit leren leerlingen met hun eigen lichaam en aan de hand van mondelinge instructies een probleem op te lossen. Eén kleuter geeft de instructies en de andere kleuter voert de instructies uit.
De locatie waar Robbie de robot naartoe hoort te gaan wordt bepaald aan de hand van een opdrachtkaart dat de programmeur trekt.
Dit kan zowel een kaartje zijn waar een foto van de juiste locatie op staat maar dit kan ook een afbeelding zijn waaruit de kleuters moeten afleiden waar ze naartoe gaan.
Katholiek onderwijs
- WDmk1: Leerlingen verwerven inzicht in ruimtelijke oriëntaties en ruimtelijke relaties.
- SErv3: Leerlingen werken samen met anderen en dragen zo bij aan het realiseren van een gemeenschappelijk doel.
OVSG
- OD WI 3.3: Kunnen in een concrete situatie oplossingen vinden voor een ruimtelijk probleem.
- OD WI 3.1: kunnen handelend, in concrete situaties de begrippen "in, op, boven, onder, naast, voor, achter, eerste, laatste, tussen, schuin, op elkaar, ver weg, dicht bij, binnen, buiten, omhoog en omlaag" in hun juiste betekenis gebruiken. Zij kunnen pictogrammen in verband met "richtingen" als symbolen hanteren.
Dit spel is geschikt voor twee leerlingen.
Na een korte instructie kunnen de leerlingen zelfstandig aan het werk.
Proces
Overloop samen met de leerlingen de verschillende locaties op het grondblad en bespreek wat ze op deze locatie kunnen kopen/doen.
Vertel hen dat één van hen een programmeur zal worden en bespreek de rol hiervan (een robot programmeren om tot een bepaald doel te komen). Bespreek met de kleuters hoe een robot juist wandelt en laat hen met deze handelingen gedurende een korte tijd experimenteren.
Vertel hen vervolgens de bedoeling van dit spel en start met een voorbeeld.
Eén leerling neemt een kaartje van de stapel waarop de locatie of een hint naar de juiste locatie afgebeeld staat.
Deze leerling geeft de juiste instructies/richtingaanwijzing voor de robot.
Indien je merkt dat het moeilijk is om mondeling aan te geven in welke richting ze moeten wandelen, kan je hen aanmoedigen om ook hun lichaamstaal te integreren. Wanneer je merkt dat dit nog steeds te moeilijk is, integreer dan zelf de pijl (zie bijlage) om dit proces visueel te ondersteunen.
Na het bereiken van elke locatie moeten de leerlingen samen reflecteren over het proces en het einddoel. Staat de robot op de juiste locatie en heeft de programmeur de juiste instructies gegeven om de locatie via de snelste weg te bereiken?
Print de grondplaten af en lamineer deze bij voorkeur. Dit omdat de leerlingen met hun voeten op deze papieren zullen staan.
Neem nog 9 blanco bladen en lamineer deze.
Kleef vervolgens de documenten op de grond zodat kleuters niet kunnen uitglijden wanneer ze op deze gelamineerde papieren staan.
Kies vervolgens of je gaat voor de kaartjes van de verschillende locaties (zie bijlage 'kaartjes - verschillende locaties (A4)) of voor de verhaalkaartjes waaruit de kleuters de locatie zelf moeten afleiden (zie bijlage 'verhaalkaartjes Robbie gaat naar... (A4)) en print deze af.
Vervolgens kan je meteen aan de slag!
Meld je aan om bestanden te downloaden. Nog geen account? Registreer je meteen.